Actuele tips

di 1 oktober 2024

Ontslag wegens meenemen leverworsten

Een werknemer van een producent van leverworsten wordt betrapt op het naar huis meenemen van leverworsten. Normaliter staat er een krat waarin onverkoopbare worsten zitten die medewerkers mogen meenemen. Die stond er deze dag niet. De werkgever gaat over tot ontslag op staande voet wegens diefstal. De werknemer gaat naar de rechter.

Verzoek werknemer
De werknemer verzoekt de rechter primair het ontslag op staande voet te vernietigen en de werkgever te veroordelen tot doorbetaling van loon. Subsidiair verzoekt de werknemer een transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding toe te kennen.

Volgens de werknemer is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig omdat de dringende reden ontbreekt. De werknemer heeft niets anders gedaan dan wat normaal gesproken wel is toegestaan, namelijk leverworsten meenemen die niet meer voor verkoop in aanmerking komen.

Verweer werkgever
Volgens de werkgever heeft de werknemer zonder toestemming en zonder te betalen een tas vol verkoopbare worsten uit de voorraad meegenomen. Dat is diefstal. Daarmee heeft de werknemer het vertrouwen van de werkgever dusdanig geschonden dat hij niet langer medewerker kan zijn in zijn functie, waarbij hij vrije toegang tot de voorraad gereed product heeft. Het handelen van de werknemer is bovendien in strijd met de strenge wet- en regelgeving omtrent voedselveiligheid.

Overwegingen rechter
Op de zitting heeft de werknemer aangegeven dat hij berust in het ontslag op staande voet omdat hij een terugkeer met alles wat over hem is gezegd, niet aankan. Daarmee staat vast dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Het gaat in deze zaak dus nog om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is verleend en zo nee, of de werkgever vergoedingen moet betalen.

Volgens de werkgever is sprake van diefstal en ook zonder strikt zerotolerancebeleid moest het voor alle werknemers duidelijk zijn dat diefstal tot ontslag leidt.

Volgens de werknemer is het al vele jaren de cultuur en gewoonte bij het bedrijf dat worsten die niet aan de verkoopstandaarden voldoen in een krat worden verzameld, en (gratis) mee naar huis mogen worden genomen door personeelsleden. De werknemer zelf heeft in zijn jaren van trouwe dienst de bevoegdheid verworven om te bepalen welke worsten al dan niet verkoopbaar zijn. Hij was van plan om het krat met niet-verkoopbare worsten bij de uitgang neer te zetten voor zijn collega's. Het feit dat hij die worsten zelf uit het krat heeft meegenomen voordat het bij de uitgang stond, betekent niet dat deze worsten niet meegenomen mochten worden. Er is dan ook geen sprake van diefstal.

De rechter stelt vast dat niet is gebleken dat het meenemen van worsten zonder daarvoor te betalen niet was toegestaan. Uit de stukken en getuigenverklaringen is duidelijk geworden dat personeel op twee manieren worsten mee naar huis mocht nemen: door gebruik te maken van het zogenaamde worstengeld of door onverkoopbare worsten mee te nemen uit een krat dat bij de uitgang staat.

De rechter vindt dat onvoldoende is gebleken dat er duidelijke regels gelden omtrent het wel of niet mogen meenemen van worsten en wie daarover mag (of mocht) beslissen. Gezien het gebrek aan eenduidig, transparant en voor de werknemers ook kenbaar beleid (anders dan dat diefstal niet is toegestaan zoals beschreven is in het Huishoudelijk Reglement), kan niet worden vastgesteld dat de werknemer in strijd met de regels heeft gehandeld.

Oordeel rechter
Daarom komt de rechter tot de conclusie dat er geen sprake is geweest van diefstal van worsten. Omdat een dringende reden ontbreekt, is het ontslag op staande voet daarom niet rechtsgeldig.

De rechter kent de verzochte gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding van ruim € 52.000 en een billijke vergoeding van € 150.000 toe. Bij de billijke vergoeding is tot uitgangspunt genomen dat niet onaannemelijk is dat de werknemer zonder het ontslag op staande voet tot zijn pensioen bij de werkgever zou zijn blijven werken. Hij werkt er immers al 36 jaar zonder noemenswaardige problemen en het incident met de worsten zou ook geen geldige ontbindingsgrond hebben opgeleverd.

Tip: De rechter in deze zaak weegt mee dat er geen zero tolerancebeleid is ten aanzien van diefstal, dat bij de werknemers ook bekend is. Het is verstandig na te gaan hoe dat binnen uw bedrijf is geregeld.